Een hoogte laser, ook wel rotatielaser of bouwlaser genoemd, is een onmisbaar hulpmiddel bij de aanleg van tuinen, opritten en terrassen. Het toestel helpt je om snel en nauwkeurig hoogtes te bepalen en referentiepunten uit te zetten. In deze blog leggen we stap voor stap uit hoe je een hoogte laser correct installeert en hoe je de meetstok afleest om hoogtes correct te interpreteren.
Stap 1: Plaatsen en instellen van de hoogte laser

- Eerst gaan we op zoek naar een stabiele ondergrond: Zet de hoogte laser op een vlakke en stabiele ondergrond. Gebruik indien nodig het bijhorend statief (aan te raden).
- Monteer de laser op het statief: Zorg ervoor dat het toestel volledig vast is geschroefd, stevig vastzit en niet wiebelt.
- Waterpas zetten: De meeste rotatielasers hebben een automatische zelfnivellering. Indien je een manueel in te stellen model hebt, gebruik dan de ingebouwde libellen om de laser perfect horizontaal te zetten.
- Schakel de laser in: Zet het toestel aan en laat het enkele seconden draaien tot het volledig genivelleerd is.
- Let op: een laser kan oogschade veroorzaken; ga dus niet rechstreeks in de laser kijken om te zien of de laser werkt.
Stap 2: Instellen van de meetstok met ontvanger
- Bevestig de ontvanger op de meetstok: De ontvanger vangt het laserlicht op en geeft een geluids- of lichtsignaal wanneer hij zich op de juiste hoogte bevindt. Meestal krijg je een piep toon als indicatie dat je op de juiste hoogte zit
- Bepaal het nulpunt: Houd de meetstok verticaal op een vast referentiepunt, zoals een bestaande verharding of een gekende hoogte.
- Pas de ontvanger aan: Beweeg de ontvanger op de meetstok omhoog of omlaag tot je een continu signaal krijgt. Dit is het nulpunt waarop je de verdere metingen baseert.
Stap 3: Hoogtes interpreteren op de meetstok

- Meet een hoger punt: Wanneer de ontvanger boven het nulpunt zit en het signaal afwijkt (meestal een snel piepende toon), betekent dit dat het gemeten punt hoger ligt dan je referentiepunt.
- Meet een lager punt: Als de ontvanger onder het nulpunt zit en een ander signaal geeft (meestal een traag piepende toon), ligt het gemeten punt lager dan de referentiehoogte.
- Aflezen van de millimeterschaal: De meeste meetstokken hebben een schaalverdeling waarmee je precies kan zien hoeveel millimeter het gemeten punt afwijkt van je nulpunt. Dit helpt je om nauwkeurig grondwerken of bestratingen op hoogte te brengen.
Stap 4: Markeren en controleren
- Markeer de hoogtes: Gebruik potlood of krijt om belangrijke referentiepunten aan te duiden.
- Controleer verschillende punten: Meet meerdere punten in je werkgebied om te controleren of alles correct uitgelijnd is.
- Pas aan indien nodig: Indien je afwijkingen detecteert, kan je je plannen bijsturen voordat je met de effectieve uitvoering begint.
Hopelijk hebben bovenstaande stappen je geholpen om aan de slag te gaan met de hoogtelaser/ bouwlaser.